Terwijl we deze ochtend aan het ontbijt zitten, overleggen we of we nu wel of niet naar het noordelijke gedeelte van Theodore Roosevelt NP zullen gaan. Gisteren hebben we genoten van het zuidelijke gedeelte, maar we zijn een beetje bang dat het noordelijke deel meer van hetzelfde zal brengen. We hebben geen zin om het op te zoeken op internet en zeggen tegen elkaar: “We zien het wel…” Een straf zal het nochtans niet zijn. We pakken de spullen voor de dag en gaan op pad. Als we buiten komen is het koud, 2?. Nog kouder als twee dagen geleden, maar nu waait het niet. We gaan boodschappen doen en vertrekken richting Theodore Roosevelt NP. Na iets meer dan 25 kilometer verlaten we de snelweg. Deze wegen hebben we liever, want er is zo veel meer te zien onderweg. Zo zien we op een bepaald moment boeren die het gras aan het maaien zijn. Tegelijkertijd word het gemaaide gras verzameld en geperst in grote rollen. Deze rollen liggen op het veld en reiken zo ver als het oog kan zien. Even later zien we een kudde koeien in de wei staan. Een enorme kudde, want zo ver als het oog kan zien, zijn er koeien. Niet veel later passeren we een veld met zonnebloemen. Ze zijn allemaal al uitgebloeid. Wellicht dat dit gemakkelijker is als men de pitten wil gaan oogsten. Men raadt het al, de zonnebloemen reiken zo ver het oog kan zien. Hier dien ik dan wel de kanttekening bij te maken dat het vrij mistig is, en dat het zicht een meter of 100 is. Wederom vragen we elkaar af of het wel verstandig is om het naar het noordelijke gedeelte van het park te gaan. We zeggen tegen elkaar: “We zien het wel… Of niet…”
Een kilometer of 5 voordat we in het park arriveren trekt de mist weg. Het is bewolkt, maar dat is niet erg. Ook is het niet al te warm. In vergelijking met gisteren is het verschil enorm. Gisteren was het 28?, vandaag stijgt het kwik niet hoger dan 6?. Een ander nadeel van het noordelijk gedeelte van het park is dat het in een andere tijdszone ligt. In het park is het een uur later dan in het hotel waar we verblijven. We besluiten om de tijdszone van het hotel aan te houden. Ook hier hebben we verschillende wandelingen uitgezocht. Deze zijn wat langer als die van gisteren, maar de te rijden afstand in het park is dan ook een stuk korter. Al snel valt ons op dat dit deel van het park wezenlijk anders is dan het zuidelijke deel. Waar we gisteren vooral badlands en grasland zagen, krijgen we hier een combinatie van badlands en een canyon voorgeschoteld. Ook de herfstkleuren zijn hier al verder gevorderd, terwijl het hemelsbreed maar 70 kilometer verder is. We genieten ook hier weer van de wandelingen en ook vandaag gaan we ze niet apart beschrijven. Net zoals gisteren hebben we ook weer buffels gezien. En toeristen. Al waren dat er nog minder dan gisteren. Soms hadden we zelfs het idee dat we alleen in het park waren. Als we het park ‘s avonds verlaten, rijden we na vijf kilometer weer de mist in. Zullen we onderweg naar het hotel nog iets leuks zien? We zien het wel… Of niet…