Vandaag dienen er weer bijna 400 kilometers afgelegd worden in ons zwarte vehikel. De kilometers van vandaag zitten voornamelijk in het laatste deel van de route. Dat maakte dat we voor het eerst het gevoel hadden deze reis dat we veel gereden hebben. Terwijl we toch al wat kilometertjes over het zand en over het asfalt afgelegd hebben.
Het had vandaag niet veel nut om heel vroeg de wekker te zetten. Het park dat we vandaag gaan bezoeken, gaat pas om 9:00 uur open en ligt op een uurtje rijden van het hotel. Rustig opstaan, inpakken, ontbijten, koffie halen voor onderweg en op weg. We arriveren keurig een paar minuten voor 9 bij de ingang van Florissant Fossil Beds NM. De toegangsweg is nog afgesloten, maar even na de klok van 9 komt er een Ranger aangelopen en opent de poort. We lopen als eerste het bezoekerscentrum binnen, tonen onze nationale parkpas en bekijken wat fossielen die in de vitrines uitgestald liggen. Fossielen van bladeren, kevers en wespen zijn voor ons iets gemakkelijker te herkennen dan de fossielen van de pootafdrukken van dinosaurussen. Dit spreekt ons ook meer aan. En bovendien hebben we met dit bezoek weer één van de Nationale Parken/Monumenten af kunnen strepen welke de VS rijk is. Opvallend is dat we het echtpaar dat we ontmoet hebben in Dinosaur NM, ook hier weer tegenkomen, 1000 kilometer verderop.
We beginnen aan de wandeling welke we van te voren uitgestippeld hebben. Deze brengt ons als eerste langs versteende Redwoodbomen. Dat de Redwoods groot kunnen worden, dat wisten we al vanaf het moment dat we dit park jaren geleden al eens bezocht hebben. Hier waren enkel nog stammen van de bomen te aanschouwen. Maar deze stammen zijn dermate oud dat ze ondertussen versteend zijn. Dat is een heel bijzonder gezicht. En door het zicht op alleen de stam is pas goed te zien hoe immens de doorsnede van zo’n boom is. We maken de nodige foto’s en vervolgen onze route. De route is verrassend leuk. Met prima begaanbare paden en prachtige uitzichten op de (besneeuwde) bergtoppen. Na ons een paar uurtjes vermaakt te hebben, werd het tijd om onze weg te vervolgen. Via een korte stop voor een earthcache brengt een onverhard pad ons naar het spookstadje St. Elmo. We hebben gelezen dat het hier of heel druk is, of uitgestorven. Dat laatste is natuurlijk niet vreemd voor een spookstadje. Vandaag is het echter redelijk druk. Jammer dat ze er niet voor gezorgd hebben dat alle auto’s buiten het stadje geparkeerd dienen te worden. Nu wordt het zicht op de oude gebouwen soms te niet gedaan door een auto. Het is een wat commercieel gebeuren en je mag maar een enkel gebouw van binnen bekijken, toch vinden we deze stop meer dan de moeite waard. Zeker nu de weg erheen ons door een schitterend herfstkleuren pallet leidt.
En weer door. Want we moeten nog een twee uur rijden voordat we bij het hotel aankomen. 120 kilometer komen we niets tegen. Zelfs geen bezinepomp. Wat beesten langs de weg, zoals een nieuwsgierig prairiehondje en een paar Pronghorns, dat was het dan. Desondanks schiet het goed op en arriveren we iets na vijf uur bij het hotel. De receptie is gesloten, maar opeens zien we een enveloppe aan een paperclip met daarop ‘important’. Op de enveloppe staat onze naam geschreven en in de enveloppe vinden we de sleutel van kamer 22. We lijken één van de weinige bezoekers van het hotel te zijn.
















































Alweer een week erop zitten met de vakantie wel mooi dat het zo ook kan. Groetjes en uitkijken.