Stap voor stap sleep ik mezelf omhoog. Het ziet zwart voor mijn ogen. Ondanks dat elke ademteug me ontnomen wordt door de snoeiharde ijzige wind, ben ik geen moment bang dat ik de top niet zal halen. Het enige waar ik echt op moet letten is Marieke. Ik weet zeker dat het ook haar zwart voor haar ogen ziet. Ik ben ervan overtuigd dat ook zij grote moeite heeft om zuurstof binnen te krijgen. En ook heb ik geen enkele twijfel dat ze de top niet zal bereiken. Zolang ze niet wegwaait tenminste. De snoeiharde, ijzige wind zorgt ervoor dat deze simpele wandeling heuvelop haast veranderd is in een poolexpeditie. Zonder iets tegen elkaar te zeggen weten we dat deze reis naar de top herinneringen terugbrengt aan vorige avonturen. Bij mij roept de gitzwarte heuvel herinneringen op naar de tocht omhoog van de oranjegekleurde Dune 45 in Namibië juist voordat er een zandstorm los zou barsten, terwijl Marieke ongetwijfeld terugdenkt aan het moment bij de Atlanterhavsveien in Noorwegen waarbij ze de vangrail vastgreep omdat ze anders in de Atlantische Oceaan zou waaien.
Eenmaal boven aangekomen, komen we enigszins een beetje tot onszelf. Het ziet nog steeds zwart voor de ogen. De poolwind ontneemt ons nog steeds de adem. Maar het is niet alleen de wind die zijn uiterste best doet om ons de adem te ontnemen. Ook het uitzicht over Craters of the Moon NM is in één woord adembenemend.
Het park heeft ons sowieso enorm verrast. Zoals zo vaak het geval is, lijkt het wel of het gebied vol lava hier gewoon is neergekwakt. Op het ene moment rijd je nog tussen weidse prairies, het andere moment ziet alles bruin tot gitzwart van de lavastenen.
We doen vandaag vele wandelingen. De meeste zijn niet al te lang en qua terrein niet echt uitdagend. Maar dat maakt alles wat onze ogen vandaag voorgeschoteld krijgen zeker niet minder fraai. Het was een redelijk lange rit naar de ingang van het park, maar die was het meer dan de moeite waard.
Waar ik ook kijk. Links, rechts, voor me, achterom. Het maakt allemaal niet uit. Mijn camera maakt de ene na de andere foto. Telkens zie ik weer iets anders. Al dit fraais doet me bijna vergeten dat het vandaag slecht 8°C is en dat de wind constant mijn oren en gezicht teistert.
Het ene stuk van het park is nog bijzonderder dan het andere. Sta jij op het ene moment nog te kijken in een krater van een vulkaan, het andere moment loopt je door een lavatunnel waar een trein doorheen zou kunnen rijden. En dat allemaal in een verbazingwekkende rust. De hele tijd dat we in het park zijn, komen we nagenoeg geen andere bezoekers tegen. Heerlijk.
Als we alle vijf de wandelingen die we hebben uitgezocht hebben gelopen, besluiten we nog even een spookstadje, Martin Town genaamd, te bezoeken. Om kort te zijn, dit is een tegenvaller van jewelste. Niets geen oude verlaten gebouwen die half zijn ingestort. Slechts een silo waarop de dorpsnaam gekalkt staat, samen met de jaartallen waarop er een postkantoor gevestigd was.
Nee, dan het 955 zielen tellende plaatsje Arco. Behalve dat er in dit dorpje zich een gedeelte van een duikboot bevindt terwijl de dichtstbijzijnde oceaan meer dan 1000 kilometer verderop ligt, zijn ze er ontzettend trots op, dat dit dorpje het eerste dorp ter wereld was dat zijn elektriciteit volledig bekwam van een kerncentrale.