Voor het eerst hebben we deze reis een grote etappe waar we de dag mee beginnen. Maar liefst 350 kilometer dienen we te overbruggen om bij de plaats van bestemming te komen. Volgens de navigatie is het ruim vier uur rijden. We vertrekken, zoals gewoonlijk, op tijd aangezien we om uiterlijk half twee moeten zijn waar we willen zijn. Waar we gisteren nog met onze voeten in het water stonden van Lake Michigan, gaan we vandaag gewoon een stapje verder.
We gaan namelijk het water op. Niet dat van Lake Michigan, maar het water van Lake Superior. Het grootste meer van de grote meren in de Verenigde Staten & Canada en qua oppervlak het grootste zoetwatermeer ter wereld. Hoe groot dat dan is? Bijna twee keer Nederland (1,97x) of voor de Vlaamse lezers 2,7 keer België.
Uiteraard zijn we ruim op tijd, dus we gaan eerst even naar het bezoekerscentrum van Pictured Rocks National Seashore. Ook dit is onderdeel van het NPS. In de loop van de jaren kunnen we toch al heel wat Nationale Parken, Monumenten en kustlijnen in het beheer van het NPS afvinken. We maken een korte autorit naar het uitzichtpunt Miners Castle. Aangezien onze magen zich al gemeld hebben besluiten we eerst te gaan picknicken. Na de lunch wandelen we naar het uitzichtpunt. Al snel wordt ons duidelijk dat we er verstandig aan hebben gedaan om het water op te gaan.
Maanden geleden hebben we namelijk een heuse cruise geboekt. Althans zo noemt de rederij het. Wij zouden het een rondvaart noemen. De tocht zal ons de kustlijn van Pictured Rocks NSH laten zien. Bij de plaatjes die we destijds op het internet zagen, werd ons al snel duidelijk dat de beste manier om hier al het fraais te bewonderen vanaf het water is.
Om half twee melden wij ons bij de rederij. Net zoals tientallen andere mensen overigens. We sluiten aan in de rij en nadat de loopplanken zijn geopend, slinkt deze vlotjes. Het blijkt dat er met twee boten wordt gevaren. Ik denk dat het drukker is dan men had verwacht. Dat zal waarschijnlijk wel komen door het geweldige weer van vandaag. De boot vaart uit en we krijgen een korte veiligheidsinstructie. Deze is een stuk korter dan hetgeen we gewend zijn in een vliegtuig. Hier wordt alleen het gedeelte van het zwemvest uitgelegd, maar met zoveel flair, charme en humor dat er een applaus volgt.
Al snel zijn we in het open water en varen we met een behoorlijke snelheid richting het stuk kustlijn dat onder het Nationale Park valt. We staan op het achterdek en genieten van het zonnetje en de wind in onze haren. We maken de ene foto na de andere en we zien een stuk natuur dat we nog nergens eerder hebben gezien. We kunnen alleen maar hopen dat er enkele fraaie foto’s tussen zitten. Wat wel zeker is, is het feit dat er inderdaad geen betere manier is om dit prachtig stukje natuur te bewonderen.
Als we na ruim 2½ uur weer zijn aangemeerd, is het langzaamaan tijd om naar het hotel te gaan dat iets meer dan een uur rijden zuidwaarts is. Als we goed en wel onderweg zijn, zien we links een bord langs de weg staan met “waterfall” erop. We geven een ruk aan het stuur (wel om heel eerlijk te zijn, spiegelen we eerst keurig zoals het hoort om vervolgens bedaard naar links te sturen, maar zo klinkt het natuurlijk wel een stuk minder spannend) en parkeren de auto. We maken een korte wandeling naar de waterval en ook hier genieten we van. Een half uurtje later parkeren we de auto aan de rechterkant van de weg in de berm. We zien namelijk een fraaie schuur zoals je ze ook in de boeken ziet staan. Dit zijn dingen die je alleen maar kunt doen als je op eigen houtje op reis bent. Je ziet iets, en je besluit op dat moment om te stoppen. Dat zijn de momenten die de reis helemaal top maken.