Al enkele dagen rijd ik iedere ochtend naar de ‘nieuwe’ bakker terwijl ik de gesloten bakkerij van vroeger links laat liggen. Telkens denk ik terug aan het feit dat ik daar 15 jaar lang iedere ochtend in de Hemelvaart-periode een stukje vakantiegevoel in een papieren zak liet doen.
Toen we gisteren terug naar het appartement van Oma reden, lieten we de gesloten bakker rechts liggen. Maar er was iets anders. Ons hart maakte een sprongetje en we slaakten nog net geen vreugdekreet uit. Er stond een nieuwe naam op het raam, er hing een nieuw uithangbord aan de gevel en in de etalage lagen ballonen. Was dat het teken van een heropening. Zou de ‘nieuwe bakker’ na vier bezoekjes al weer gepromoveerd kunnen worden naar ‘de andere bakker’?
Deze ochtend reed ik, nog net niet met het zweet van de zenuwen in mijn handen, richting Öttenhofen. En inderdaad, er brandde licht in de etalage. Ik parkeer de auto en ga naar binnen. Geen bekende gezichten, maar dat had ik ook niet verwacht. Ik word begroet door twee dames en ik bestel 7 witte, harde broodjes. Het feit dat ik dit al moet zeggen, zorgt er al voor dat er gewoon 7 witte, harde broodjes in de papieren zak verdwijnen in plaats van 7 stukjes vakantiegevoel. Op de kassa zie ik staat dat pinbetaling helaas nog niet mogelijk is. Alweer een tegenvaller. De jongste van de twee dames slaat 7 broodjes aan op de kassa en vertelt me wat ik haar verschuldigd ben. Als ik het bedrag hoor, laat ik helemaal niets merken, maar meteen ben ik ervan overtuigd dat die 7 witte, harde broodjes in die papieren zak niet zomaar witte, harde broodjes zijn.
Ik weet zeker dat het deeg voor de broodjes is gekneed door een deegfluisteraar en vervolgens heeft gerust onder begeleiding van een rijzingscoach terwijl de bakplaat werd ingevet door een microbiotische deeggoeroe om vervolgens in de winkel in een mand te worden gedeponeerd door een broodjespriester.
7 van de meest eenvoudige broodjes en ik moet 20% meer betalen dan bij ‘de nieuwe bakker’. Ze moeten dan wel heel bijzonder zijn bedenk ik me. Eenmaal terug bij Oma in het appartement gaan we ontbijten. We willen beiden nostalgie proeven, maar we proeven gewoon brood van een bakker met een te hoge hypotheek.
Na het ontbijt gaan we bedenken wat we gaan doen. Gisteren hebben we bedacht om een korte Sagenrunde te gaan wandelen, want het zou in de ochtend regenen. We bekijken buienradar en zien dat dat niet het geval is. Het regent nu ook in de middag. We zoeken verder en zien dat het iets ten zuid-westen van Straatsburg vandaag droog is. We besluiten om voor de derde dag op rij naar Frankrijk te gaan. We hebben daar een rondje met challenge-caches gezien. Het rondje is niet zo heel erg lang om te wandelen, maar we zijn toch al aan de late kant. We zien dat er in het naburige dorpje nog een paar multi-caches liggen. Die zetten we ook maar op het programma. In de regen rijden we weg. Na een goede drie kwartier rijden is het droog. Twintig minuutjes later parkeren we de auto en beginnen we aan de wandeling.
Ondanks dat de wandeling niet zo lang is, is hij behoorlijk pittig. De caches laten zich niet al te goed vinden, maar toch slagen we er telkens in om onze naam in het logboekje te krabbelen. Eerlijk is eerlijk, ondanks dat de wandeling niet heel lang is, is het wel een afwisselende wandeling. We lopen eerst langs een klooster, vervolgens door de wijnvelden gevolgd door een bos en een dorpje om vervolgens tussen de wijnvelden door richting het klooster en de auto te lopen. Onderweg vinden we zelfs een cache die 12 jaar geleden gearchiveerd is. Normaal gesproken zou die door degene die de cache heeft gelegd verwijderd moeten zijn. Maar ja, het zijn en blijven Fransen.
We gaan naar het dorpje en parkeren de auto. We beginnen aan de twee multi’s. We doen ze door elkaar, dus het is wel een kwestie van administratie goed bijhouden. Als we alle vragen hebben beantwoord, rekenen we de eindlocaties uit. De eerste laat zich zonder problemen vinden. Bij de andere hebben we geen geluk., Dankzij de hint weten we dat de cache onder een bankje moet zijn verstopt, maar waar we uitkomen is in de verste verte geen bankje te zien. We gaan terug richting de auto. Marieke weet zich een bankje te herinneren bij een fontein waar we zijn geweest. We gaan kijken en daar ligt inderdaad de cache.
We rijden naar Achern om een ijsje te gaan eten. Dat smaakt nog steeds zo lekker als het al 15 jaar smaakt. Geen ijscoboer die daar aan kan tippen. We gaan boodschappen doen en als we weer naar het appartement rijden, laten we de deegfluisteraar, rijzingscoach, microbiotische deeggoeroe en de broodjespriester rechts liggen.
Morgen ga ik gewoon naar ‘de goedkopere bakker’.