Het eerste wat ik doe als deze ochtend de wekker gaat, is mijn ogen openen. Vervolgens wordt de wekker uitgezet, ga uit bed en loop ik naar het raam. Ik open de gordijnen en kijk naar buiten. En wat zie ik? Helemaal niets. Het is namelijk aardedonker buiten. Op de parkeerplaats van het hotel staat geen lantaarnpaal. Althans geen die het doet. Jammer, want ik was wel nieuwsgierig naar hoe het weer eruit zag. De voorspelling voor vandaag was namelijk niet bijster goed voor Rocky Mountains National Park. Ongeveer 3 inch sneeuw zou er vallen in de nacht. In de loop van de dag zou het gaan regenen. Maar ja. Het park is ongeveer net zo groot als de provincie Utrecht. En als het in Rhenen regent, betekent dat niet automatisch dat het ook regent in Woerden. We zullen wel zien als we er zijn.
De trouwe lezer weet dat we ook vandaag om ‘5 AM-ai da’s vroeg‘ zijn opgestaan om weer naar het park te gaan. We hebben de geplande wandelingen van gisteren en vandaag omgedraaid, omdat de wandeling gisteren hoger op ons verlanglijstje stond en de moeilijkheidsgraad van die wandeling bovendien een stuk hoger was. We vertrekken en het heeft behoorlijk geregend afgelopen nacht. Sneeuw zien we niet, maar de ingang van Rocky Mountains NP ligt ruim 45 kilometer verderop en 800 meter hoger in de bergen. Er kan dan veel veranderen qua weer. De start van de wandeling ligt nog eens 400 meter hoger dan de ingang en het eindpunt van de wandeling ligt nog eens 325 meter hoger.
We merken bij de ingang wel dat het weer minder is, want de file voor de ingang is nu maar 4 auto’s lang. We zien dat er op de bergen in de verte inderdaad sneeuw ligt. Waar wij zijn gelukkig nog niet. Voor vandaag staat er een wederom behoorlijke wandeling op het programma. Onderweg naar de parkeerplaats zien we veel Wapiti’s liggen en grazen. Een staat er wel heel dicht langs de weg. We maken de nodige foto’s en genieten van het beeld. We rijden verder naar de parkeerplaats van Cub Lake. Het eerste deel van de wandeling leidt ons over de vlakte waar de Wapiti’s leven. Dan gaat het plotseling bergop over een behoorlijk smal pad vol met rotsen. Soms is het pad zo smal, dat je mag hopen dat er niemand van de andere kant aankomt. Een mogelijkheid om aan de kant te gaan is er namelijk niet. En dan zijn we plotseling bij Cub Lake. Ook dit is een fraai meer. Dat het minder populair is, snappen we wel. Het is namelijk maar op 1 of 2 plaatsen mogelijk om aan de rand van het meer te komen.
We gaan even naar beneden en maken wat foto’s. Dan lopen we verder richting Fern Falls. Als we aan het einde van het meer zijn, begint het te regenen. De capuchons gaan op en we wandelen verder. We genieten van de uitzichten onderweg. Wel dienen we wat beter uit te kijken waar we onze voeten neerzetten, want door de regen worden de rotsen waar we overheen wandelen wel redelijk glad. Heel hard regenen doet het eigenlijk niet, maar langzaam aan worden we toch wel nat. Gelukkig is de kleding waterdicht of sneldrogend. We lopen, of nee beter gezegd, klimmen richting de waterval die voor vandaag op het programma staat. Als we daar arriveren, wordt het droog. Perfect, want dan kunnen de camera’s weer uit de tas en kunnen we een paar foto’s maken. Als we klaar zijn, draaien we om en gaan we weer naar beneden. Ook op dat moment begint het gewoon weer met regenen. Dan zullen we maar denken dat die papa’s ervoor gezorgd hebben dat het even droog was zodat we foto’s konden maken. Onderweg komen we een paar rangers tegen die met een stuk of 8 paarden de berg op gaan. We gaan zo goed mogelijk aan de kant staan op het smalle pad en laten hen passeren.
Nog geen 100 stappen verder springt Marieke haar contactlens uit haar oog. Ze denkt dat ze hem opgevangen heeft en dat de lens in de mouw van haar jas zit. Van de rugzak maken we een tafeltje en voorzichtig schudt Marieke met haar mouw. De lens valt inderdaad op het tafeltje. Met een dopje van een fles en wat water maken we de lens zuiver en met wat moeite krijgt Marieke de lens weer in. We kunnen weer verder. Als we weer aan de splitsing zijn beneden, kunnen we aan het laatste deel van de wandeling beginnen. Ook dit deel is weer redelijk vlak. Wel is het nog 4 kilometer naar de parkeerplaats waar de auto staat. Langzaamaan begint het waterdichte deel van de kleding het te begeven. Het mag de pret niet drukken. Regen of geen regen, we genieten toch wel.
We zijn wel blij als we weer bij de auto zijn. We zijn inmiddels doorweekt en hebben het behoorlijk koud. Onder een afdakje staat een man te wachten op de bus. Zijn auto staat een stuk verderop en hij wil met de bus naar de parkeerplaats. We vertellen hem dat het nog 40 minuten duurt voordat de bus er is, en bieden hem een lift aan. Dit aanbod slaat hij af. De natuur is mooi genoeg om van te genieten, en 40 minuten is dan geen enkel probleem. Ook goed.
We besluiten om de tweede geplande wandeling voor vandaag te laten voor wat die is, en gaan een kop warme chocolademelk drinken in Estes Park. Het dichtstbijzijnde stadje. Dan is het nog een uurtje rijden naar het hotel. Na een warme douche zijn we weer helemaal bij zinnen en kunnen we er weer volop tegenaan.





































Inderdaad Amai dat is inderdaad vroeg hoor.