Deze morgen beginnen we met een wandeling door Bad Sondernheim, het dorpje waar we verblijven. Na een paar kilometer te hebben gewandeld, hebben we het oude centrum wel gezien. We besluiten om bij de bakker koffie te gaan drinken.
Hierna gaan we op weg naar twee caches die Theo ons heeft aangeraden. Alweer heeft aangeraden moeten we zeggen, want we hebben toch behoorlijk wat caches gedaan, waarvan hij ons heeft verteld dat we die zeker moeten doen. De eerste is Goonies Revenge! Blood. We komen bij het nulpunt aan en doen verwoede pogingen om het slot open te krijgen. Het lukt ons niet. We besluiten om een hulplijntje in te schakelen (lees: Theo bellen). Wat blijkt. We staan op de verkeerde oprit! We dienen een tiental meters verder te zijn. Nu lukt het wel om de juiste code in te voeren, en wat we zien is werkelijk schitterend.
We gaan snel door naar de volgende cache die ons is aangeraden. Maar niet nadat we eerst gaan genieten van een kop koffie. Want het is toch wel belangrijk dat zo nu en dan het vocht wordt aangevuld. Goonies Revenge! Rodeo heet deze cache. Na hetgeen we eerder hebben gezien, zijn de verwachtingen toch wel hooggespannen. En die verwachtingen worden meer dan waargemaakt. We zien een paardentrailer staan, waarvan de kentekenplaat het nummer van de cache is. Hoezo oog voor detail. Met behulp van de code in de listing openen we de trailer en hierin zien we een heus rodeopaard staan.
Nu is het zaak om bij het logboek te komen. We dienen het paard de sporen te geven, tegelijkertijd het paard in toom te houden door de teugels strak te houden en onderwijl het paard aan te sporen door het een stevige tik op de billen te geven. Vermoeiend, dat is precies hetgeen wat het is, maar uiteindelijk komt dan toch het logboek tevoorschijn. Vermoeid pak ik het logboek, Het lukt me niet om dit tafereel bij de Goonies te plaatsen. Het enige waar ik aan kan denken zijn de legendarische woorden die Bruce Willis sprak in Die Hard. “Yippee-ki-yay, Motherfucker.”